Luther en de aflaat

‘’Al vroeg in de geschiedenis begonnen Katholieken met het bijhouden van de zonden van mensen. Ze moesten een bepaalde straf doen, zodat de zonden werden kwijtgescholden. Zo konden de mensen voorkomen dat ze in het vagevuur kwamen. Langzaam werd het systeem van de aflaat ontwikkeld en kochten mensen voor veel geld een aflaat, in plaats van de straffen die ze moesten uitvoeren.‘’

 

Luther was tegen deze aflaat. Hij vond dat je moest boeten voor je straf en niet een aflaat daarvoor kon kopen. Ook werd er misbruik van gemaakt. Daarom stelde hij 95 stellingen op tegen de aflaathandel. Luther timmerde op 31 oktober 1517 deze stellingen op de deur van de slotkapel van Wittenberg. De paus en de Rooms-Katholieke kerk werd hier heel boos over en in 1521 sprak de paus de ban uit over Maarten Luther.