2 oktober 1517

Vanochtend toen ik wakker werd kwam Maarten naar mij toe. Hij is al vanaf dat we klein zijn mijn beste vriend en we spreken elkaar dagelijks. Hij zei dat hij een super goed plan had bedacht waarmee hij de misstanden aan iedereen kon laten zien. Daarmee bedoelde hij; de dingen die de Katholieke kerk fout had gedaan hem. In eerste instantie dacht ik natuurlijk dat hij een grapje maakte, maar toen ik zijn ernstige gezicht zag, had ik in de gaten dat hij het ook echt daadwerkelijk meende. De reden waarom hij naar mij toe gekomen was, was omdat ik hem moest helpen. Het ging om stellingen die hij op papier wilde zetten zodat hij de mensen kon laten zien wat er nou daadwerkelijk aan de hand was in de Katholieke kerk.

Omdat ik het helemaal eens was met zijn plan, stemde ik ermee in. Hij wilde het zo snel mogelijk op gaan hangen dus moesten we gelijk aan de slag, want de stellingen moesten nog geschreven worden.